Landgoed Groenouwe


Even buiten Zilven werd in 1919 een enorm project opgestart, de bouw van een kapitaal buitenverblijf voor de familie Broese van Groenou.

Wolter Broese (1842-1924) werd na het volgen van de Militaire Academie (KMA te Breda) uitgezonden naar Nederlands Indië, waar hij Jeanette Emilie Wieseman (1854-1931) ontmoette. De vader van Jeanette, Frederik Wieseman huurde grond van de Sultan voor suikerteelt, en deze activiteit is het begin van het financiele succes van Wolter. Na zijn huwelijk met Jeanette krijgt hij van zijn schoonvader de suikerplantage en fabriek Tandjong Tirto (bij Djokjakarta). Rond 1891 vertrok Wolter met zijn gezin naar Nederland, waar zij DenHaag als nieuwe woonplaats kozen, aan het Nassauplein 29. Het gezin bestond uit zeven kinderen, namelijk:
  • Frederika Wilhelmina (1875-1960)
  • Emilia (1876-1966)
  • Suzanna (1878-1967)
  • Adolf (1880-1961)
  • Wolter (1881-1978)
  • Francina Carolina (1883-1976)
  • Jeanette (1884-1960)







Hejmo Nia.


Zoon (A)Dolf, in 1904 afgestudeerd ingenieur, ontwierp diverse gebouwen, zoals het kantoorgebouw "Cultura" (1920) maar vestigde zijn naam als architect eigenlijk door de vele opdrachten van de familie. Vele huizen ontwierp hij, waaronder ook sociale woningbouw in Wassenaar (rond 1914) maar ook grote villa's voor de welgestelden, zoals het huis van zijn ouders aan de Parkweg 9 (Hejmo Nia 1907).

In 1919 werd begonnen met de bouw van het door Dolf ontworpen "Groenouwe", bij Loenen. Wolter wilde graag een familiehuis, na het lezen van een roman (Armoede van Ina Boudier-Bakker), het verhaal van een vermogende familie die van elkaar vervreemde. Om de bouw materialen aan te kunnen voeren werd er een spoorlijntje aangelegd. Met man en macht werd er gewerkt aan dit familie huis, onder leiding van uitvoerder Bezuiten. Wolter kampte echter met gezondheidsproblemen, en was bang te overlijden voor het huis af was. Daarom werd eerst het tuinmanshuis, ook bekend als "Cleria" , gebouwd. Hier heeft hij vele malen vertoeft in aanwezigheid van een verpleegster.

Zowel bij de legging van de eerste steen, als bij de "sluitsteen" was er een groot feest, ook voor alle "arbeiders".

Cleria.


het huis in aanbouw.



De arbeiders.



Gevelsteen.

De eerste steen werd gelegd door Jeanette Broese, op 13 september 1921. Buiten de bouw van het huis, werd ook "de garage" gebouwd. Hier werden de auto's en paarden gestald. Tevens was er woonruimte in de bovenverdieping.

Het huis was werkelijk een paleis, en behoorlijk van formaat. Buiten de gemaanschappelijke ruimten zoals een woon-hal en een eetkamer, waren er een bibliotheek, een biljartkamer en een muziekkamer. Voor de kinderen was er een speelkamer, welke door een vouwwand van de eetkamer was gescheiden. Verder waren er voor alle gezinnen kamers, even als aparte vertrekken voor het personeel.

Op 27 augustus 1921, bijna twee jaar na het leggen van de eerste steen, was er de inwijdingsdag. Ter gelegenheid hiervan werd het volgende gedicht voorgedragen:

Groenouwe's hoop, Groenouwe's streven
Is, om aan het nageslacht te geven
Wat waarde geeft aan ons bestaan
't Is voor elkander liefde kweken
Dan zou de band des bloeds niet breken
En eensgezind zou't verder gaan
Dat is Groenouwe's heil'ge taak
O dat't tot werkelijkheid geraak
Dan is wat van haar wordt verwacht
verwezenlijkt aan't nageslacht




Wolter en Jeanette op het bordes.



Groenouwe.



Zwembad.




Nachtwerk was het graven van het zwembad. Door de sterke wellen moest er flink doorgegraven worden met de primitieve middelen van die tijd. Er werd een uitgebreid water-weg stelsel aangelegd voor de aan- en afvoer van het water, alsmede bruggen, een duikplank en een heuze glijbaan. Verder werd op het terrein de eerste golfbaan van Nederland aangelegd, terwijl ook twee tennisbanen niet ontbraken.

Helaas heeft Wolter niet lang kunnen genieten van zijn Groenouwe. In 1924 overlijd hij. Om ook na de dood de familie bijeen te houden werd er in 1925 een mausoleum gebouwd op het landgoed. Het ontwerp was uiteraard van Dolf, een kruisvormige basis wat op een hoger niveau overgaat in een achtzijdige opbouw. Het dak is een halfronde koepel belegd met koper. Het interieur bestaat uit een achtkantige ruimte waar de urnen van de overledenen worden geplaatst in nissen. Boven de deur zijn twee stenen met inscriptie: één met Herinnering verbindt wat het oog niet meer ziet, en één met ingewijd in het jaar 1925. Voor deze entree ligt een trap van drie in een halve cirkel gemetselde treden. Om het mausoleum heen staan vier banken met op de zijkant in reliëf het familiewapen, met de volledige namen van Wolter en Emilie.

Mausoleum.

Zijkant van één van de bankjes
De grootte van het landgoed bedroeg 80 hectare, maar werd in de loop der tijd uitgebreid door het aankopen van aangrenzende stukken land. Zo behoorde ook boerderij "de Pol" aan de Laak te Eerbeek tot Groenouwe, tot het werd verkocht aan de laatste pachter Jurrius.

In 1931 werden diverse stukken land te koop aangeboden, zo ook een stuk grond in het midden van Groenouwe. Juist omdat het midden in Groenouwe lag, vlak achter de garage, vonden de Broeses het niet nodig om dit aan te kopen. Tot grote ontsteltenis van de familie werd het aangekocht door Professor Kley uit Delft die er een hek omheen plaatste, toegang tot het terrein verbood en recht van overpad eiste.


Toen in 1932 wederom land werd aangeboden, ditmaal land waarop men vanuit het Grote Huis uitzicht had, wilden de Broeses dit land aankopen, maar hadden geen geld om het aan te kopen. Hierop boden de gezusters Grimmelt, werkzaam als hoofd van de huishouding en hoofd van de keuken, aan om hen het aankoopbedrag van 800 gulden voor te schieten. Met dit geld werd het land aangekocht en als dank werd het gebied "De Grimmeltjesberg" genoemd, en een gegraveerde steen op de berg geplaatst.

Lees verder op de volgende pagina




 
door deze pagina te bezoeken gaat U accoord met de disclaimer