Loenen


Lona en Sulvalda waren de namen van de buurtschappen die nu onder één naam, Loenen, bekend zijn. De oude namen komen voor het eerst voor in een schenking van Graaf Rodgarus aan de kerk te Utrecht op 23 maart 838, waarbij het vruchtgebruik werd geschonken. Beide plaatsen hadden afzonderlijke marken en beiden een grote hoeve, waarvan het adellijk huis Lona Velaviensesde te Loonen (bekend als "de grote Horst" in Loenen) de bekendste is. In 1550 werd het echter deels afgebroken om vervangen te worden door een kasteel, in opdracht van Wijnand van Hackfort, waarna het in 1792 grondig werd verbouwd. Het kasteel is een rijksmonument en nog steeds wordt het particulier bewoond. De Oranjerie deed van 1792 tot 1849 dienst als schuilkapel. Er stond een orgel met elf registers wat in 1849 door orgelmaker Kuerten naar de toen nieuwe kerk in Loenen werd verhuisd.

Kasteel ter Horst met bijgebouwen

Nederlands Hervormde Kerk
De oude kerk van Loenen werd gebouwd in 1557 en stond op de plaats waar heden ten dage de Nederlands Hervormde Kerk te vinden is. De toren dateert nog uit 1557. Na de Reformatie gaat deze R.K.kapel over in handen van de Hervormden terwijl de Katholieken uitwijken naar de schuilkapel van Ter Horst.



De Waterstaatkerk is toegewijd aan de H. Antonius Abt.
Wolf Gabriëls pachtte in 1628 als eerste papiermaker voor papiermolen de Kleine Slatsmolen het water van de Loenensebeek van de heer van Ter Horst, Olivier Hackfort, die zelf in 1657 de Strobroeksmolen bouwt aan de Strobroeksbeek.

De enige op waterkracht werkende papiermolen van Nederland die nog in oude staat bewaard is gebleven is de Middelste Molen. De overige molens zijn buiten gebruik, gesloopt of in de loop der jaren omgebouwd tot wasserij zoals de Hunekamp, nu in eigendom van Lips Textielservices en te vinden aan de Imbosweg.

Tussen 1628 en 1671 worden er nog negen papiermolens gebouwd aan de drie sprengenbeken die Loenen dan rijk is. De vierde en meest bekende beek van Loenen, de Vrijenbergerspreng, wordt immers pas gegraven in 1869, om het Apeldoornskanaal te voorzien van water.



De Hunekamp
De naam Vrijenberg is afkomstig van de slag tijdens de boerenopstand in 1356, waar de boeren voor hun vrijheid vochten tegen Eduard van Gelre. Deze slag vond plaats op een heuvel ten noorden van Loenen. Ondanks dat de "vrijen" door het georganiseerde leger werden verslagen, kreeg de heuvel de naam "Vrijenbergh".





De wellen van de Vrijenbergerspreng zijn te vinden in gebied "het Schalter", dicht tegen de Groenendaalseweg. De lengte bedraagt in totaal 12 kilometer, na de spoorbrug wordt de spreng Veldhuizerspreng genoemd, en is geheel handmatig gegraven. Vanwege het hoogte verschil ten opzichte van het Apeldoorns kanaal werden door Rijks Waterstaat enkele watervallen aangelegd. De Loenense waterval is met 15 meter de grootste natuurlijke waterval van Nederland, en is sinds de aanleg een (toeristische) bezienswaardigheid.
Naast de grote waterval zijn er meerdere kleine watervallen in de spreng aangebracht.

Tussen de Vrijenbergerspreng en de Groenendaalseweg was vlak bij de sprengkoppen een kampeerterrein te vinden. Om hier te mogen kamperen was een Verblijf Vergunning nodig, die men moest aanvragen bij de Gemeente Politie. Tegenwoordig is natuurkamperen mogelijk op kampeerterrein "Zegenoord" aan de Bruisbeek, maar er zijn ook andere lokaties waar men kan kamperen, zoals Het Reëendal, De Bosgraaf en De Marshoeve.

Naast kamperen kon men ook kiezen voor een hotel of pension waarvan Hotel/Pension De Vrijenberg de meest opvallende is. Al in de 17e eeuw bestond een herberg met de zelfde naam, maar tot op heden is Hotel Pension De Vrijenberg een markant gebouw wat door P.J. Schut werd gebouwd op een strategisch punt, namelijk halverwege Beekbergen en Loenen wat het tot een goed bezocht etablisement maakte.


Waterval in de Vrijenbergerspreng


Pension Frisia
Schuin aan de overkant werd dan ook de dependance "De Bronckhorst" gebouwd met een al even moderne inrichting als het hotel zelf, wat kort de naam Hôtel Belvédère droeg. Het op 5 april 1910 geopende Prinses Juliana Toren te Apeldoorn werd ook enige tijd onder gelijke naam geëxploiteerd, hetgeen doet vermoeden dat beide gebouwen van gelijke eigenaar waren en ongeveer gelijk werden gebouwd.



Vleugel Troelstra-oord
Vanaf hotel de Vrijenberg richting Beekbergen zag men vanaf 1927 de "torens" van het Troelstra-oord. In 1926 werd in opdracht van het NVV gestart met de bouw, als monument voor Mr. P.J. Troelstra die in 1925 afscheid nam van de politiek. Voor het ontwerp van het gebouw werd een prijsvraag uitgeschreven, waaraan vijf architecten deelnamen. De jury werd gevormd door onder andere H.P. Berlage en A. Broese van Groenou, die beoordeelden of het ontwerp voldeed aan de gestelde eisen en de bouwsom van Hfl. 50.000,- (bijeengebracht door spaaracties onder de leden) niet werd overschreden. Uiteindelijk werd gekozen voor het ontwerp van J.H. Mulder.

De aangesloten bonden schonken ieder een glas-in-lood raam voorzien van een embleem en insriptie. Naast deze kunstwerken ontwierp W.A. van de Walle ook het pronkstuk: een veertig meter lange glas-in-loodfries.

In de Tweede Wereldoorlog werd het Troelstra-oord door de bezetter gebruikt als NSV-heim terwijl ook de bijbehorende dienstwoningen aan de Loenenseweg door hen in gebruik werden genomen.

glas-in-lood van W.A. van de Walle
Tijdens de strenge winter in 1957 brak er brand uit in het hoofdgebouw van het Troelstra-oord. De slangen en kranen waardoor het bluswater uit het kanaal werd aangevoerd bevroren, waardoor het gebouw niet meer te redden was. De brandweermannen konden tussen het blussen door opwarmen in café De Immenberg aan de Loenenseweg 103, vanwaar de werkzaamheden geleid werden. In 1958 werd het hele landgoed ondergebracht in de Stichting Vakantie Verblijven en in 1959 werd het nieuwe (huidige) hoofdgebouw opgeleverd. In 1975
kreeg het gehele complex een hotelfunctie om zich in 1994 aan te sluiten bij de Golden Tulip Hospitality Group en valt nu (2018) onder Fletcher Hotels.


rechts

Residence Victoria


Ook de rederij Phs. Van Ommeren zorgde voor een personeelsvakantieoord in Loenen. Het hotel / restaurant "Julianabron" en het bijbehorende 14 hectare metende landgoed aan de Woeste Hoefweg werd hiervoor aangekocht en kreeg de naam Eduard Nijgh Huis ter ere van de overleden directeur Eduard Nijgh. Thans is op deze lokatie Residence Victoria, een Fletcher hotel, te vinden en valt het niet meer onder Loenen, maar onder Hoenderloo. De familie-bungalows worden als suite verhuurd. Het hotel kreeg (inter)nationale bekendheid doordat het Oranje Elftal hier verblijft en traint.
Inmiddels heeft PeaCreations een folder geproduceerd voor Fletcher en zullen zij met de door PeaCreations geleverde informatie de website van het hotel aanvullen.

Een ander markant gebouw aan de Loenenseweg, even voorbij het Troelstra oord, is de Wipselberg, op het gelijknamige 12 hectare metende landgoed. Een Amsterdamse ambtenaar liet het huis in 1925 bouwen en bracht in de oorlog 22 Joodse onderduikers op het landgoed in plaghutten onder. De vele bommen die hier vielen troffen nimmer enig doel. Na de oorlog werd het meerdere malen verkocht, tot het pand geheel afbrandde in 1993. De nieuwe eigenaar bouwde het op in de oorspronkelijke vorm, waarna het zich als hotel aansloot bij de Golden Tulip Hospitality Group. Tegenwoordig (2018) valt het hotel onder de hotelketen van Fletcher.


de Wipselberg

Het Immendaal

Aan de Loenenseweg bevonden zich twee herstellingsoorden. De eerste, Sanatorium voor Tuberculoselijders "Het Immendaal" werd in 1909 opgericht als NV Sanatorium Beekbergen met een aanvangstkapitaal van Hfl. 150.000,-. Mr. J.G.L. Nolst Trenité doneerder hiervan Hfl. 22.000,- aan het sanatorium waarvan zijn vrouw directrice werd. In 1910 werd zijn zoon, dr. A.N. Nolst Trenité aangesteld als geneesheer-directeur. Een bekende bewoner van het sanatorium is de zoon van de latere (1917) geneesheer-directeur Jacob Kolff, Dr. Willem Johan Kolff, uitvinder van de kunstnier. Sinds de opening in 1909 heeft Het Immendaal dienst gedaan als sanatorium, vervolgens van 1949 tot 1960 dienst deed als verpleeghuis, waarna het een geriatrische inrichting werd. In de toekomst zal dit echter ophouden te bestaan, en het is nog onbekend wat er hierna met het gebouw zal gebeuren.

Het andere herstellingsoord is De Schansenberg, gebouwd op de gronden van (de erven) Joop Scholten, een familie die vele boerderijen in Loenen bezat. Het huis, waar later steeds een nieuw deel aan werd toegevoegd, werd door het echtpaar Hofstede gebouwd als verblijf in Nederland wanneer zij over kwamen vanuit Atjeh, Nederlands Indië. Henriëtte Hofstede-Davyt vestigt zich later permanent in Loenen, en richt het pand in als rusthuis. Enige tijd na de oorlog werd de Schansenberg door de Nederlands Hervormde kerk korte tijd gehuurd als rusthuis voor overspannen vrouwen. Hierna kreeg de Schansenberg internationale bekendheid toen het in gebruik werd genomen als herstellingsoord voor (volwassen) blinden, waarna er werd gepoogd om er weer een rusthuis van te maken, compleet met bungalows op het terrein. Hiervoor werd geen toestemming verleend. De Schansenberg brand op 7 juni 1981 geheel af, terwijl Henriëtte op de vierde verdieping aanwezig is. Ze laat haar vermogen na aan de door haar zelf opgerichte Wilhelmina Davyt-Keuchenius Stichting en wordt begraven bij de NH Kerk in Loenen. Landgoed De Schansenberg werd verkocht aan Leo van Duijn die nieuwbouw pleegde, en het pand inrichtte als vakantieoord voor Cystic Fibrosis, Astma en Cara patiënten.


Jo Landheer
door Jan Toorop - 1924



De Schansenberg

De Groote Modderkolk
In de directe nabijheid van de Schansenberg was boerderij de Groote Modderkolk te vinden. Deze boerderij kwam in eigendom van vereniging Natuurmonumenten die het verkocht aan Stichting Scilla die vervolgens in 2004 tot sloop overging om door de firma Dijkhofbouw een nieuw pand te laten bouwen wat nu dienst doet als zorgboerderij en fokkerij van het Brandrode Rund.

Nationale bekendheid kwam voor de Groote Modderkolk door de "Make a Difference Day" in 2007, toen Koningin Beatrix samen met haar zus Prinses Margriet de bewoners met allerhande zaken assisteerden. Hieraan werd in de media uitgebreid aandacht besteed.

De gemeente grenzen van de Veluwse dorpen zijn in de loop der tijd vele malen verlegd. Zo behoorde het buurtschap Woeste Hoeve, genoemd naar de herberg die sinds de Middeleeuwen aan de weg van Arnhem naar Apeldoorn staat, ooit tot Loenen. Dit terwijl Loenen ook ooit samen met Eerbeek één gemeente vormde.

de Woeste Hoeve


In de tijd voor de Tweede Wereldoorlog had buurtschap Woeste Hoeve een bezienswaardigheid die heden ten dagen voor behoorlijke maatschappelijke weerstand zou hebben gezorgd: een Zilvervossen-fokkerij van de Canadese firma Colpitts Brothers, die tevens fungeerde als agent voor heel Europa. Het was de grootste farm van Nederland en lag aan de Oude Arnhemseweg. Na de Tweede Wereldoorlog, in 1947 besloot de Nederlandse regering dat er een begraafplaats aangelegd moest worden voor de in de oorlog omgekomen Nederlanders. De in 1946 opgerichtte Oorlogsgraven Stichting begon met de aanleg van de Ere Begraafplaats langs de Groenendaalseweg op het ruige heideveld wat zij hiervoor aankochten. De graven werden langs een slingerend padenstelsel geprojecteerd in het ontwerp van landschapsarchitect D. Haspels. De gebouwen, twee rietgedekte gebouwen bij de entree, met elkaar verbonden door een gebogen muur, werden ontworpen door architect ir. A.M. de Rouville de Meux. Op 18 oktober 1949 vond de officiële opening plaats, door H.K.H. Prinses Wilhelmina.



Polar Bear


Entree Ereveld Loenen

Buiten de Erebegraafplaats zijn er in Loenen vele gedenktekens voor de bevrijders en slachtoffers van de Duitse bezetter te vinden. Zo staat op het punt waar de Eerbeekseweg overgaat in de Loenenseweg een monument in de vorm van een ijsbeer, ter ere van de "Polar Bears" die op 16 april 1945 zowel Loenen als Eerbeek bevrijdden.  
  Aan de Horstweg is de "Bevrijdingsboom" te vinden, op het plein voor Verenigingsgebouw De Brink aan de Hoofdweg 5 staan drie gedenktekens: Links bevind zich een zich een Zwerfkei met een plaquette, in het midden een uit natuursteen opgemetselde sokkel met een
37 mm kanon, rechts staat een zitbank met eveneens een plaquette.
Ook aan de Vrijenbergweg staat een monument, deze ter nagedachtenis aan de Joods/Franse piloot Robert Elin, die op 21 maart 1945 door luchtdoelgeschut geraakt werd, en vervolgens neerstortte.

 

Monument Heideschapen


Ter gelegenheid van het 1150 jarig bestaan van het dorp Loenen ontwierp Jaap Loohuis het monument "Heideschapen", wat in 1988 werd onthult door de burgemeester van Apeldoorn, A. Hubers, en de oudste schaapsherder van Loenen J. Tork. Het is (eveneens) voor het verenigingsgebouw de Brink te vinden.

Eerder was het oudste hotel van de hele omgeving, hotel restaurant De Eikenboom, hèt centrum van activiteit. Zowel het schaapscheerdersfeest als de paardenmarkt wordt hier tegenwoordig jaarlijks gehouden. De gebroeders Capel begonnen langs de oude weg van Arnhem naar Deventer in 1803 de herberg, die zij het in 1887 verkochten aan Jan Willem Hahn, die 71 jaar in het bedrijf bleef werken, ondanks dat hij het intussen aan zijn zoons had overgedragen. Hier werden bijvoorbeeld de besprekingen gevoerd over de verdeling van de Loenermark (vanaf 1883) en diverse andere officiële zaken zoals de verkoop van de Middelste Molen en Klein Horst.




Inmiddels is Station Loenen aan de Hoofdweg, bij het huidige hotel Boschoord, verdwenen. Het werd in 1980 afgebroken, en er is op de zelfde plaats een opstappunt voor de (recreatieve) stoomtrein van de VSM die in de zomer en vakantieperiode ritten verzorgt tussen Apeldoorn en Dieren over het traject van de in 1887 geopende spoorlijn "Koninklijke Nederlandsche Locaal Spoorwegmaatschappij Willem III".

Van deze spoorlijn lag een aftakking naar de in 1998 afgebroken kalkzandsteenfabriek Alba aan het Apeldoorns Dierenskanaal. De afgraving van de fabriek, met diepten van wel 35 meter, is nu een recreatiegebied met de naam Alba-plas waar nog resten uit het verleden terug te vinden zijn. Ook staan er nog twee voormalig wooncomplexen die de naam "Alba" dragen.


Hotel Boschoord


Alba-plas

In 1958 werd de Loenense Tennis Club opgericht door mannen die de sport in Indonesië hadden geleerd. Zij speelden op een tegelbaan bij de Schansenberg, tot er twee gravelbanen werden aangelegd bij hotel Bosoord waar de tot 80 leden gegroeide LTC welkom was. In de loop der tijd gaf dit echter problemen omdat de hotelgasten ook op de banen wilden spelen, waarna Henk Marsman zich inzette voor eigen banen, die aan de Molenallee werden gerealiseerd, met de naam Bekenoord. De Loenense club is lid van de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond, kortweg KNLTB. Aan de Beekbergerweg is het "Henk Marsmanplantsoen" te vinden, een hertenweide.

't Zonnehuis



Vlakbij deze hertenweide is het markante gebouw 't Zonnehuis te vinden. Dit voormalig hotel is door de Blue Star aanhangers Dr. Ed Verhoeff en zijn vrouw Shankari gekocht van de familie Kniest. Zij hebben het in gebruik als meditatiecentrum, en tevens als hoofdkantoor en secretariaat van de Nederlandse organisatie. Tevens zijn hier enkele eenvoudige bungalows te huur, al valt dit niet onder Blue Star.
De Loenermark is tegenwoordig een natuurgebied ten westen van Loenen en Eerbeek, ontstaan nadat de markegronden van Loenen door de gemeente Apeldoorn waren gekocht. In dit gebied zijn vele bijzonderheden en bezienswaardigheden te vinden die binnenkort op een aparte pagina binnen deze website zullen worden belicht.

Loenermark

door deze pagina te bezoeken gaat U accoord met de disclaimer