Coldenhove park


De witte tent op de foto uit 1920 geeft aan dat er voor de oprichting van Vacantie-oord Coldenhove al gekampeerd werd, wat ook uit verschillende boeken blijkt.


Het terrein Coldenhove was eigendom van W.A. Sanders, de eigenaar van de papierfabriek en werd verkocht aan dhr. C. A. Wolzak uit 's Gravenhage. Deze was terug in Nederland na handel gedreven te hebben op Nederlands-Indië. Het eerste jaar dat het "kamp" geopend was, was 1931. In dit jaar was het afwachten voor dhr. Wolzak of het een succes zou worden, maar dat werd het. Het park ging direct serieus in zaken, en liet in 1932 folders verspreiden via Carl Denig, een fabrikant en verkoper van tenten. De folder was een bijlage bij de prijslijst van Carl Denig.



Ansichtkaart van Dieperinks bruggetje.
Het park lag in de "Eerbeekse Bulten", de zand- en heidevlakte, achter de "Taborberg". Dit was een hoge heuvel, gelegen achter het pand "de Zuiderzon". Hoewel de naam anders doet vermoeden is de berg is niet vernoemd naar een eerdere bewoner van dit pand, bakker Tabor. De berg had reeds lange tijd de naam Taborberg, vóór bakker Tabor eigenaar van de Zuiderzon werd.
Bladzijde 2 en 3 uit de folder uit 1932.
Klik voor een vergroting


Het eerste hoofdgebouw was een houten kamphuis. In dit kamphuis waren een Kantine en een kleine kamp-winkel te vinden evenals de kamertjes die verhuurd werden. In de kantine kon een maaltijd worden gebruikt, echter was het geen restaurant. De vastgestelde maaltijd bestond altijd uit aardappelen, vlees en groente, met een voor- of nagerecht en kostte per persoon fl. 1,-, terwijl servies gehuurd kon worden voor een stuiver per dag.




Foto van het houten hoofdgebouw


De Zuiderzon, foto genomen in het vroege voorjaar 2003.
klik voor foto van het pand met de nieuwe aanbouw


Buiten de kamertjes kon men op het terrein kamperen in een eigen tent, of kon men een legertent huren die eventueel voorzien was van een houten vloer. Ook was het mogelijk om één van de "landhuisjes" te huren, die verspreid over het park gebouwd waren. Dit waren houten huisjes, met een (voor hedendaagse begrippen) sobere inrichting.
De water-voorziening was een waterpomp, terwijl in verlichting voorzien werd door een hoge-druk petroleumlamp. In de begin jaren waren er zestien houten huisjes, later werden er meerdere huisjes bijgebouwd.

Interieur van het kamphuis.


Huisje Istienou.


Legertent


Deelnemers Ruiterkamp poetsen de paarden.  


Om meer recreanten te trekken vonden er diverse activiteiten plaats op Coldenhove. Zo werd er in samenwerking met de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer (VVV) van Eerbeek een
sterrit georganiseerd.

Een nieuw, vast onderdeel werd op zondag 19 mei 1935 geopend: in samenwerking met Manege v.d. Velde uit Scheveningen kwam er een ruiterkamp, onder de naam Het Geldersche Ruiterkamp. De deelnemers kregen, indien gewenst, rij-onderricht en men kon de eigen paarden stallen.
Verder werden er diverse paardrij-tochten door Nederland georganiseerd met Coldenhove als eindpunt. In het tijdschrift "Meisjesleven" en in diverse kranten werd hierover geschreven zoals een verslag van de rit Huis ter Heide naar Coldenhove.
Trots als men was op het succes van het ruiterkamp, werd zelfs besloten een ansichtkaart met daarop deelnemers van het ruiterkamp poserend voor het hoofdgebouw te gebuiken als kerst en nieuwjaarsgroet voor het jaar 1937.
Klik voor een vergroting.   
Niet alleen ruiterkampen, maar ook diverse bijeenkomsten werden op Coldenhove gehouden. De Vrijzinnig-Democratische Jongerenorganisatie kortweg V.D.J.O. organiseerde hier een jaarlijks terugkerend kamp waarbij een groot kampvuur het hoogtepunt zou vormen. Met de Nederlandse Reis Vereeniging werd een overeenkomst gesloten voor het organiseren van bijeenkomsten voor specialisten op het gebied van letterkunde, botanie, geologie en muziek, en dus zou functioneren als cultureel centrum.


De door V.D.J.O. uitgegeven ansicht


Eén der houtenlandhuisjes.



Dhr. C.A. Wolzak (1890 - 1968)
In 1940 begon de Tweede Wereldoorlog. Ook in Eerbeek waren veel mensen in het Verzet, zo ook dhr. Wolzak . Als leider van het Eerbeeks Verzet, ookwel "de Wolzak Groep" genoemd, bood hij op Coldenhove onderduikers, evacuees en Engelse Piloten onderdak in de landhuisjes op het terrein.

Met zijn eerste vrouw had Wolzak een dochter, Dinie (geboren 1917), echter overleed zijn vrouw in 1936. Later hertrouwde hij met een verpleegster, overigens ook het beroep van dochter Dinie. Beiden hielpen Wolzak bij de activiteiten op Coldenhove, bijvoorbeeld bij het misleiden van de Duitse bezetter.

Deze zag Coldenhove als een broeinest van terrorisme, en deed meerdere malen een inval. Door de goede contacten werd Wolzak getipt vóór de inval plaats vond, en konden de onderduikers gewaarschuwd worden.
Dochter Dinie leidde de Duiste voorman rustig rond over het terrein. Ziet U wel, allemaal oudjes, vertelde ze. Infeite waren het de onderduikers, die opgedragen waren krom te lopen.


Na de oorlog bleef dhr. Wolzak actief in zijn verzet tegen Duitse collaborateurs. Zo werd hij in augustus 1945 voorzitter van de Adviescommissie voor de zuivering van het openbaar lager onderwijs te Brummen tezamen met de heren H.A. De Wit, A.W.M.P. Harmsen, A. Akkerman en onderwijzer H.J. Beumer. Daarnaast benoemde de burgemeester van Brummen hem tot lid van de Commissie van Vertrouwensmannen, welke moest worden opgericht ingevolge artikel 3 van het besluit "tijdelijke voorziening gemeenteraden".
De huisjes waar de Duitsers niet naar binnen mochten, in verband met de onderduikers, werden voorzien van bordjes met opschrift difterie, een ziekte waar de Duitsers doodsbang voor waren.
Buiten onderdak bieden, haalde de familie Wolzak ook Joden op, om ze daarna op Coldenhove onder te laten duiken. Deze werden met bessensap overgoten, en door de verpleegster als zwaargewonden afgevoerd, naar Coldenhove.
Eén van de onderduikers, een Engelse piloot, was Jack T. Davis. Davis was piloot van een B17 van de 303rd Bomb Group, Eighth Air Force. Dit vliegtuig had de bijnaam 8 Ball. Na een aanval op de olieraffinaderij Sterkrade in het Ruhrgebied, werd de 8Ball geraakt, en vloog zo ver mogelijk richting 'vriendelijk terrein' maar haalde Engeland niet. Boven Brummens grondgebied gaf Davis bevel tot verlaten van het vliegtuig per parachute.

Eén van de leden van de crew, die die dag uit tien personen bestond overleefde de sprong niet, acht van hen werden gevangen genomen door de Duitsers en afgevoerd naar Oberursel bij frankfurt. Jack Davis landde in het Leusveld, bij boerderij Turfveen, werd niet gevonden door de Duitsers maar werd opgevangen door Hennie Dolman, bewoner van Turfveen. Hierna werd Davis doorgebracht naar Coldenhove waar hij verbleef tot (de helaas mislukte) operatie Pegasus II.

De 8Ball was overigens neergestort in een weiland aan de Voorstondensestraat.

Foto van een Boeing B-17, ook wel Flying Fortress genoemd


Foto van de neergestorte 8Ball, het toestel van J.T. Davis  
Cornelis Wolzak en zijn vrouw Greetje van Buuren ontvingen na de oorlog, op 12 maart 1947 in Utrecht, voor het verzetswerk de Medal of Freedom en later postuum de Yad Vashem: "Righteous Among the Nations". Een Joods eerbetoon aan hen die Joden hebben gered tijdens de holocaust.


In het Polygoonfilmpje hiernaast   is de uitreiking te zien welke plaats vond in Den Haag.

Hongaarse vluchtelingen op het terras van het oude witte hoofdgebouw.

Ook na de Tweede Wereldoorlog vonden vluchtelingen onderdak op Coldenhove. Toen in 1956 de Hongaarse Opstand door het Communistische regime werd neergeslagen, verklaarde Nederland zich bereid 3000 vluchtelingen op te nemen. Een groot aantal werd tijdelijk ondergebracht op Coldenhove, waarvan melding gemaakt wordt in een reportage van het Polygoon Journaal.  


Klik hier om op de volgende pagina verder te lezen.






door deze pagina te bezoeken gaat U accoord met de disclaimer